De coronapandemie heeft veel impact op de bewoners en medewerkers van onze locaties. Maar vanzelfsprekend ook op hun dierbaren. We spreken hierover met mevrouw A.M. Haar moeder woont in een locatie van Domus Magnus in het oosten van Nederland. “Als ze alleen thuis had gezeten, had ik dat veel ondraaglijker gevonden.”
“Die eerste periode, toen het virus steeds meer om zich heen greep, had ik begrip voor de maatregelen die getroffen werden. Dat de woonzorglocaties dicht gingen vond ik logisch. Helemaal voor zo’n kleine setting waarin mijn moeder leeft. Ons geluk is dat mijn moeder nog helemaal bij de tijd is. We konden haar de maatregelen en de consequenties goed uitleggen. Ik denk dat dat enorm scheelt in hoe wij die periode ervaren hebben. Wanneer je vader of moeder kampt met geheugenproblematiek, is dat een ander verhaal. Natuurlijk hebben wij ons ook zorgen gemaakt. Ik was vooral bang dat mijn moeder corona zou krijgen en wij als gezin geen afscheid van haar konden nemen. Er mochten tijdens die eerste intelligente lockdown slechts twee familieleden langskomen wanneer iemand terminaal ziek werd. Dat mijn vader, zus en ik niet samen naar haar toe zouden kunnen, vond ik een vreselijk idee. Gelukkig zijn wij niet in die situatie gekomen. Maar dat was wel mijn grootste angst.”
“Omdat mijn moeder niets ziet en niet zo dol is op bellen, hebben wij gedurende die eerste periode veel kaarten en brieven geschreven. Een medewerker las onze berichten dan voor aan mama. Zo zorgden wij voor een fijn moment voor haar gedurende de dag. We leverden ook regelmatig wat af bij de locatie. Een doosje bonbons of iets praktisch. Zo lieten we weten dat we aan haar dachten. Het klinkt misschien gek, maar ik ben juist wel blij dat mijn moeder juist nu in een woonzorglocatie van Domus Magnus woont waar er altijd verzorging is. Als ze alleen thuis had gezeten, had ik dat veel ondraaglijker gevonden. Het feit dat je weet dat iemand in goede handen is neemt heel veel zorgen weg. Dat geeft heel veel rust voor de familie.”
“Natuurlijk was het schrikken toen er op de locatie een coronabesmetting bleek te zijn. Je merkt dan pas hoe belangrijk het is om duidelijk en transparant geïnformeerd te worden. Wij onderhielden die periode nauw contact met de locatiemanager en werden daarnaast ook centraal geïnformeerd. Wat ik prettig vond is dat er steeds protocollen klaar lagen. Ik had daardoor het gevoel dat de organisatie overal bovenop zat en steeds een stap vooruit dacht. Je kunt het virus niet tegenhouden maar wat je wél kan doen, gebeurde heel adequaat. Dat gaf rust. Mijn moeder zegt niet zoveel over die periode. Ze is er vrij gelaten onder en is gelukkig niet bang of onrustig geweest. Wat ik persoonlijk heftig vond, is dat ook medewerkers uitvielen vanwege het virus. Zij doen al zoveel voor de bewoners, willen zó graag helpen en dan kom je thuis te zitten en kun je niks. Ik heb veel aan ze gedacht.”
“Inmiddels mogen we mama alweer een paar maanden bezoeken. Natuurlijk is dat gek in het begin, met die mondkapjes op en alle andere beschermende maatregelen. En het voelt dubbel. Enerzijds ben je blij je moeder weer te zien en anderzijds blijf je toch bang dat je het virus mee naar binnen neemt. Je mag er vanuit gaan dat mensen met klachten écht niet langs komen maar je hoort ook dat mensen helemaal geen klachten hebben en toch besmet zijn. Dus die voorzichtigheid is en blijft belangrijk. Gelukkig zijn de vaste gezichten van mijn moeder er altijd. In die zin is er voor haar niet veel veranderd. We mogen in onze handen knijpen hoe het tot dusver gelopen is.”
Wilt u ongeveer zes keer per jaar onze nieuwsbrief ontvangen?
Vult u dan uw gegevens in.